Van spaargeld naar maatschappelijke meerwaarde: Pierre en Aline getuigen
Lees meer...
1 oktober 2025
In september velde het Grondwettelijk Hof een arrest met belangrijke gevolgen voor de Vlaamse bouwsector. Gemeenten en provincies mogen voortaan niet langer zelf beslissen over vergunningsaanvragen voor projecten waarbij ze tegelijk aanvrager én vergunningverlener zijn, wanneer er een milieueffectenonderzoek vereist is. Volgens het Departement Omgeving betekent dit dat lokale besturen hun dossiers voortaan moeten laten behandelen door een hoger bestuursniveau – bijvoorbeeld de deputatie of het Vlaamse Gewest. (Bron: Omgeving Vlaanderen, 2025). Dit dient nog formeel bevestigd te worden via wijziging aan het Decreet in kwestie.
Wat bedoeld is om belangenconflicten te vermijden, zorgde in de praktijk tijdelijk voor onzekerheid. Verschillende gemeentelijke bouwprojecten werden on hold gezet of moesten opnieuw worden ingediend bij een hogere overheid, meldde De Tijd (september 2025).
Een proces dat weken tot maanden vertraging kon opleveren, bovenop de al complexe vergunningsprocedure.
De structurele bevolkingsgroei gecombineerd met het dalend aantal bouwvergunningen zorgt ervoor dat het aanbod aan nieuwe woningen achterblijft.
Ook zonder dit arrest stond de vergunningenstroom in Vlaanderen onder druk. Volgens cijfers van Statbel en sectorfederatie Embuild bereikte het aantal nieuwbouwvergunningen in 2024 het laagste niveau in bijna twintig jaar, en zakte het aantal in de eerste helft van 2025 nog verder (Bouwenwonen.net, 2025).
De oorzaken zijn divers: stijgende bouwkosten, strengere energie-eisen en langere procedures. Het arrest voegde daar tijdelijk een bijkomende factor aan toe. De gevolgen zijn voelbaar in de hele bouwketen – van lokale besturen tot ontwikkelaars en gezinnen die wachten op hun nieuwe woning.
Minder vergunningen vandaag betekent minder opleveringen morgen.
Volgens het Federaal Planbureau zal het aantal huishoudens in België de komende jaren blijven stijgen, vooral door de toename van alleenwonenden en oudere bewoners. Tussen 2022 en 2040 komen er naar schatting meer dan 400.000 extra huishoudens bij, waarvan ruim 70 % uit één persoon bestaat (bron: Federaal Planbureau, Huishoudensprojecties 2022–2040).
Die structurele bevolkingsgroei, gecombineerd met het dalend aantal bouwvergunningen (Statbel, Embuild 2025), zorgt voor toenemende druk op de huurmarkt, waar de vraag sneller groeit dan het aanbod; vooral naar energiezuinige, goed gelegen appartementen en gezinswoningen.
Elke vertraging in de vergunningsketen vertaalt zich op termijn in minder woningen op de markt.
Dat onevenwicht zet de woonmarkt onder spanning: huurders vinden moeilijker een woning die past bij hun budget of gezinssituatie, en de druk op betaalbare huurwoningen neemt toe. De Vlaamse woonmarkt wordt zo steeds meer een markt van schaarste, wat de drempel tot eigenaarschap verder verhoogt.
Het is deze cocktail van elementen die er mee voor zorgt dat de huurprijzen de hoogte ingaan, wat dan weer een positief gevolg heeft voor investeerders.
Wie de wooncrisis wil aanpakken, moet ervoor zorgen dat kwalitatieve woonprojecten effectief vergund en gebouwd kunnen worden. Een stabiel, voorspelbaar en efficiënt vergunningenkader is daarvoor essentieel. Projectontwikkelaars, steden en gemeenten staan voor dezelfde uitdaging: de beschikbare ruimte optimaal benutten, met oog voor betaalbaarheid, duurzaamheid en leefkwaliteit.
De Vlaamse Regering kondigde intussen een structurele oplossing aan om de rechtsonzekerheid na het arrest van het Grondwettelijk Hof weg te nemen. Lokale projecten met een milieueffectenonderzoek worden voortaan beoordeeld door een hoger bestuursniveau, zodat belangenconflicten uitgesloten blijven. (*) Daarmee keert de nodige rechtszekerheid terug, al blijft de uitdaging bestaan om de vergunningsketen in Vlaanderen duurzaam te versnellen en de woningproductie op peil te houden.
(*) Dit dient nog formeel bevestigd te worden via wijziging aan het Decreet in kwestie.