👉 Laatste kans. Win een duwtje in de rug voor jouw droomwoning.Neem nu deel
Lees meer over:
Matexi

Samen ruimte maken voor wonen én leefbaarheid

5 november 2025

Iedereen verdient een fijne plek om te wonen. Toch is een warme thuis in een aangename buurt voor velen allesbehalve vanzelfsprekend... De maatschappelijke uitdagingen zijn immens: bevolkingsgroei, gezinsverdunning en vergrijzing zetten de woonmarkt onder druk. Tegelijkertijd zorgen complexe vergunningsprocedures ervoor dat het woningaanbod onvoldoende snel kan meegroeien met de vraag. Hoe maken we samen werk van een duurzame oplossing?

We hebben meer dan ooit nood aan een eenduidige ruimtelijke ordening. Want België is niet volgebouwd, wel ondoordacht gebouwd. Mensen erkennen wel het maatschappelijke belang van bv. bijkomende woningen, maar zodra die dichtbij hun eigen woning zouden gebouwd worden, ontstaat er weerstand en verzet. Dit fenomeen wordt benoemd als NIMBY: Not in My Back Yard. Door op deze manier naar ruimte en wonen te kijken, stimuleren we net de verdere versnippering en teloorgang van onze open ruimte.

BANANA is dan weer een extreme variant van NIMBY, en staat voor: Build Absolutely Nothing Anywhere Near Anyone. Waar NIMBY uitgaat van ‘het project mag, maar niet in mijn buurt’, gaat BANANA veel verder en zegt men eigenlijk ’het project mag nergens’. Het wijst op een blokkadehouding die elke verandering in de leefomgeving afwijst. In beide gevallen is er geen enkele juiste afweging meer tussen het particuliere en het maatschappelijke belang, waardoor onze maatschappij stilstaat en in concreto woningprijzen de hoogte ingaan en sociale ongelijkheid gestimuleerd wordt.

NIMBY en BANANA zijn fenomenen die ontstaan zijn omdat we ons in België vastgereden hebben in regelgeving rond ruimtelijke ordening, door de bevoegdheden bij verschillende overheden te leggen. De regionalisering van de ruimtelijke ordening, gecombineerd met provinciale regels en gemeentelijke bouwverordeningen, zorgt voor een kluwen aan regels die elkaar soms tegenspreken. We dachten onze ruimte beter te kunnen structureren en duidelijkheid te creëren door bijkomende regels, maar we blijken ons nu muurvast gereden te hebben in de ordening van onze ruimte… Op deze manier ontstaat er voor elke ingediende klacht een grond.

Een toekomstgerichte visie, duidelijke bestemmingen van de ruimte en objectieve handhaving kunnen bijdragen aan een hoger maatschappelijke belang, zoals betaalbare huisvesting. Naast visie en duidelijke regels zijn ook betere manieren om omwonenden tijdig te betrekken belangrijk. Het openbaar onderzoek tijdens een vergunningstraject garandeert inspraak, maar vandaag komen deze inspraakmomenten laat in het proces en hebben ze een formeel karakter waardoor burgers ze niet altijd aanvoelen als betrokkenheid. Bovendien worden ontwikkelingstrajecten voor omwonenden niet altijd even helder en transparant voorgelegd. Een open en constructieve dialoog met de buurt op het juiste moment is dan ook essentieel om van bij de start van een ontwikkelingstraject een maatschappelijk draagvlak op te bouwen.

Andere landen in Europa tonen dat het kan. Zo heeft Nederland met de Omgevingswet ingezet op eenvoud en snelheid, en werkt het met één geïntegreerd kader en een digitaal loket dat burgers, bedrijven en overheden samen gebruiken. Vergunningsprocedures verlopen transparanter en sneller, zonder dat men de kwaliteit van de beoordeling uit het oog verliest. In de Scandinavische landen is de bescherming van open ruimte vanzelfsprekend, maar tegelijk wordt stedelijke verdichting actief gestimuleerd. Nieuwe woonprojecten worden vooral rond knooppunten van openbaar vervoer gerealiseerd, zodat betaalbaar wonen hand in hand gaat met duurzaamheid. Het resultaat is dat woonprojecten sneller maatschappelijk aanvaard worden, omdat de voordelen - minder files, meer groen, energiezuinige woningen - zichtbaar zijn voor iedereen. In Duitsland valt op dat participatie terdege ingebouwd is in het vergunningsproces. Bovendien zorgen heldere Bebauungspläne voor voorspelbaarheid: iedereen weet waar en hoe gebouwd mag worden. Drie verschillende modellen, met telkens resultaat: meer duidelijkheid, snellere besluitvorming en meer maatschappelijk vertrouwen.

Het is duidelijk dat er voor een holistische kijk op de woonproblematiek nood is aan een coherent woon-, fiscaal en ruimtelijk ordeningsbeleid. Vandaag botsen die drie domeinen vaak: fiscale stimuli moedigen verspreid bouwen aan, terwijl ruimtelijke ordening verdichting bepleit, en woonbeleid betaalbaarheid wil garanderen. Zolang die puzzelstukken niet in elkaar passen, blijft elke vooruitgang half werk. Een geïntegreerde aanpak kan ervoor zorgen dat elke beleidskeuze dezelfde richting uitgaat: betaalbare woningen in sterke, goed bereikbare buurten, met respect voor open ruimte. Dat vraagt moed van alle betrokken partijen, maar het is de enige manier om tegemoet te komen aan de woonnoden van vandaag én de leefkwaliteit van morgen.

Share: